Dodelijk Licht
In 2001 ben ik begonnen met het schrijven van een boek die uiteindelijk de titel Blauwe Gloed heeft gekregen. In 2003 is het boek uitgeven bij uitgever Gopher (https://www.gopher.nl/shop/title.asp?id=11341).
Omdat ik niet tevreden was over Blauwe Gloed heb ik het hele verhaal herschreven, onder een nieuwe titel Dodelijk Licht.
Dodelijk Licht begint in 1973, het jaar dat ik als 17-jarige in Stadskanaal ben komen wonen. De indrukken die ik toen opdeed heb ik in dit boek verwoord.
Het verhaal van Dodelijk Licht is gebaseerd op de geschiedenis van het Ceresmeer in Stadskanaal.
Van 1955 tot 2006 was er een Philips vestiging in Stadskanaal, waar decennia lang beeldbuizen voor televisies werden gemaakt. In 1965 kocht Philips het nabijgelegen Ceresmeer en kreeg in 1969 een vergunning om glasafval van beeldbuizen in het meer te dumpen. Vanaf 1980 kwamen er echter verdenkingen dat Philips in het Ceresmeer meer dumpte dan alleen glasafval.
Toen ik in 2001 Blauwe Gloed begon te schrijven werkte ik op het laboratorium van Philips Lighting in Winschoten. Vanaf 1979 ben ik regelmatig in de fabriek van Philips in Stadskanaal geweest. Wat ik toen zag en hoorde kon ik toen niet ‘aan de grote klok hangen’.
De laatste jaren is duidelijk geworden dat er in het Ceressmeer inderdaad meer werd gedumpt dan alleen glasafval. In en rond het Ceresmeer werden giftige stoffen aangetroffen.
Nu ik met pensioen ben heb ik onderzoek kunnen doen wat er allemaal in en rond het Ceresmeer is gebeurd. Dit heb ik verwerkt in Dodelijk Licht.
In Dodelijk Licht zijn ook een 3-tal incidenten verwerkt met radioactieve straling.
Het eerste incident gebeurde in 1987 in Brazilië. Tijdens een verhuizing van het Radiotherapie Instituut in Goiânia was men vergeten dat er in de kelder nog een radioactieve bron lag. De bron werd door nieuwsgierigen gevonden, meegenomen en opengebroken. De inhoud van de bron bestond uit 20 gram radioactieve Cesium-137 korrels die een blauw licht uitstraalden. Dit ‘wonder’ werd gedeeld met familie en vrienden. Er zijn door die ene bron van 20 gram, 249 mensen besmet geraakt, waarvan 22 ernstig ziek werden. Binnen een maand zijn er 4 mensen gestorven aan acuut stralingssyndroom. In totaal moesten 50 huizen worden ontsmet.
Het tweede incident gebeurde op 16 januari 1958 te Putten.
Een 5-jarig meisje werd in het Academisch Ziekenhuis Utrecht in de neus behandeld met een radium-naald dat gemonteerd zat op een stift. ’s Avonds moest het kind overgeven en de vader verzamelde het braaksel in een krant en gooide het in de brandende kachel.
De volgende dag ontdekte het ziekenhuis dat de radium-naald niet op de stift zat. Het moest in de neus van het meisje zijn achtergebleven. Het meisje werd opgeroepen om terug te komen naar het ziekenhuis, maar bij controle zat de radioactieve naald niet meer in haar neus. De hele dag werd er in het ziekenhuis gezocht naar de radium-naald. Tevergeefs. De dag erna werd er in en om het huis van het meisje gezocht naar de naald. Er werd radioactiviteit gemeten in de kachel op de as in de tuin. Het huis werd ontruimd en de familie werd in het ziekenhuis uitgebreid onderzocht. Het meisje bleef nog een paar dagen misselijk maar knapte daarna op. Ook de rest van de familie bleef gezond. Iedereen die in contact met de familie was gekomen werd gecontroleerd, niemand was besmet. In het Polygoon Journaal werden hiervan beelden getoond.
De besmette delen van de tuin werden afgegraven, in vaten gedaan en vervoerd naar de KEMA in Arnhem, waar ze volgestort werden met beton. De kachel werd in een kist geplaatst en volgestort met beton. De hele schoorsteen werd afgebroken en in 21 kisten en vaten gedaan die ook volgestort werden met beton. Het huis kreeg een nieuwe schoorsteen, nieuw plafond, nieuw behang, nieuwe meubelen en werd opnieuw geschilderd. Op 26 februari kon de familie weer naar huis.
Alle kisten en vaten zijn door een marineschip naar de Atlantische Oceaan gebracht en op 27 februari 1958 over boord gezet.
Volgens de overlevering en wat in geen enkel verslag wordt genoemd is dat na het overboord zetten van de kisten en vaten enkele vaten bleven drijven en met een paar gerichte kanonschoten kapot zijn geschoten zodat ze alsnog naar de bodem van de oceaan zonken.
Het derde incident.
De film ‘Silkwood’ uit 1983 is gebaseerd op ware gebeurtenissen met in de hoofdrol Meryl Streep.
Meryl Streep speelt de rol van Karin Silkwood die vanaf 1972 werkte bij de Kerr-McGee fabriek in Cimarron City, Oklahoma.
In deze fabriek werden plutonium brandstofstaven gemaakt voor kerncentrales. Karin Silkwood ontdekte dat allerlei veiligheidsvoorschriften werden overtreden en dat werknemers bloot werden gesteld aan radioactieve besmetting. Ook verdween er op raadselachtige wijze plutonium uit de fabriek.
Op 5 november 1974 was Karin Silkwood besmet met 400 keer de limiet voor plutoniumbesmetting. De volgende dag was ze weer besmet geraakt hoewel ze die ochtend alleen papierwerk had gedaan. Weer een dag later, op 7 november toen ze de fabriek inging bleek ook weer besmet te zijn met plutonium. In haar huis werd plutonium gevonden, vooral in de badkamer en de koelkast. Het hele huis, waar ze woonde met haar vriend en een huisgenoot, werd helemaal gestript.
Uit onderzoek bleek dat Karin behoorlijk inwendig besmet te zijn, haar vriend en huisgenoot waren minder besmet.
Een week later reed Silkwood met belastende documenten in haar Honda Civic naar Oklohoma City waar ze een verslaggever zou ontmoeten van de New York Times die een artikel zou schrijven over de misstanden bij Kerr-McGee.
Onderweg is Karin Silkwood van de weg geraakt en verongelukt.
Na de dood van Karin Silkwood kwamen journalisten met verschillende complottheorieën.
In het uitgebreid nawoord in Dodelijk Licht laat ik de resultaten zien mijn onderzoek rondom het Ceresmeer. Verder vertel mijn eigen (schokkende) ervaringen hoe er in de jaren ’70 en ’80 om werd gegaan met het milieu.
Dat het milieu rond fabrieken als Tata Steel in IJmuiden en Chemours in Dordrecht tot op de dag van vandaag zorgelijk is, laat zien dat bedrijven het nog steeds moeilijk vinden om te investeren in veiligheid en milieu.
In eerste instantie wilde ik Dodelijk Licht in eigen beheer uitgeven. Later via een uitgever. Omdat alles nogal kostbaar werd, heb ik besloten dat geïnteresseerde lezers het gewoon gratis kunnen downloaden.
Download hier gratis het boek (370 blz.) in pdf-formaat. Veel leesplezier!